vrijdag 15 mei 2015

Vondelpark en verder



Dit is gekkenwerk. Zonder helm op skeelers door de Amsterdamse Jordaan. Brug op en brug - veel te snel - weer af. Drie jaar niet geskeelerd en nooit leren remmen. Maar ja, het staat op de bucketlist: skeeleren in het Vondelpark. En de kortste weg, minst drukke,  van Centraal Station naar het park is toch de Jordaan. Al hadden we veel beter met de tram kunnen gaan. De trillingen die de straatstenen veroorzaken,  zijn niet alleen erg voor mijn benen maar ook voor mijn ogen. Of is dit de voorbode van flauwvallen? Ik neem regelmatig een paaltje mee en doe mijn schietgebedjes. Met en zonder vloek.

Eindelijk hekwerk Vondelpark in zicht. Het zweet staat al op mijn rug voor we begonnen zijn en ik vergeet bijna om er ook van te genieten. Na 100 meter dus maar gauw een foto-spot gezocht. Hier ga ik met mijn dochter Björk maar eens een fotosessie maken, het moet  tenslotte toch worden vereeuwigd. En op Facebook gedeeld. Zo’n bucketding is namelijk wel een dingetje.  Weer 500 meter verder eten we op een boomstam een broodje en vragen een voorbijganger om ons samen te kieken. Dat hoofdstuk kunnen we dus afsluiten. Nu genieten. Als volleerd schaatsers gaan we over de brede banen het park rond.  Handjes op de rug. Halverwege nuttigen we kopjes groene thee en cappuccino in de Vondeltuin. Met bananencake want die moet lekker zijn, ook al is ze voorverpakt, wat volgens mij eigenlijk niet kan. Het Vondelpark gaat sneller dan de Jordaan, bovendien hebben we meer tijd om om ons heen te kijken. Zo valt het me op dat een groot gedeelte van het park zelfs vrij ruig is, met wild gras en boerensloot, afgemaakt met eenden kolonie. Ook mooi, maar daar heeft dochterlief geen tijd voor, zijn de straatjes richting Oud West.

Eenmaal het park rond gereden geeft ze er de brui aan. Tja hebben we hiervoor een uur gereisd, half uur auto en half uur trein? Ik gooi er nog een rondje tegen aan, tenslotte kan dit mijn laatste wel zijn, terwijl zij nog zeker 35 jaar langer heeft te gaan. Als ik weer terug bij af ben, heeft Björk de schoenen al aan. Missie voltooid heet dit dus. Tijd om naar huis te gaan, stelt zij, vanavond moet ze ook nog 3 uur dansen. Ja, de jeugd heeft het druk. Maar ik als volwassene ook, want wat zij niet weet, is dat ik op de terugweg nog mooi even langs een openboerderijdagadres wil gaan. Na toeristen in het Vondelpark wil ik toch zeker wat koeien en koeienkijkers fotograferen. Nu ik dan toch een oude hobby weer oppak! Dit vertel ik haar natuurlijk nog niet, ik ga als moeder meegaand in haar voorstel mee.

Eerst de terugweg. We nemen heel verstandig de tram. En ja hoor het zal je gebeuren, staat er natuurlijk zo’n beleefde jonge Japanner voor me op. Ziet hij dan niet dat ik skeelers in mijn tas heb en er nog best sportief uitzie? Hij neemt mijn weigering niet aan en blijft halsstarrig staan. Ik ga dus beleefd zitten. Zo hoort dat. Gelukkig valt zitten altijd mee. Dat kun je van blijven staan niet zeggen.

We schuiven na de tram zo de trein weer in en daarna de auto. Als ik een kwartier later voor de boerderij parkeer, blijkt het platteland minstens zo leuk te zijn als de stad. Kleuters en ouders werken zich over een stormbaan heen, de oudere jongeren doen aan melkheffen en vullen de kijkvragen in. Nieuwsgierige koeien bekijken hun bezoekers en ik druk af.

De stad zien en tegelijkertijd het platteland. Ik zou het rustig aan doen vandaag, maar het blijft gekkenwerk. Toch een voldaan gevoel.
 

donderdag 7 mei 2015

prutser (1)


Er zijn van die jaarlijks evenementen waar je aandacht pas weer op gevestigd wordt als ze al zijn gepasseerd. Zoals de prutrace in Hoogwoud. Ja shit, weer niet meegedaan. Maar nu zijn er nieuwe kansen. Mudraces en trailrunning zijn helemaal in. Hoe erg, dat wist ik zelf niet eens, totdat  ik me via een vriendin opgaf bij de plaatselijke bootcampclub. Ja ook die schieten in elke, zelfs stedelijke, omgeving als paddenstoelen de bosgrond uit.
Eenmaal gerekruteerd vliegen de data van wedstrijdloopjes me om de oren. Zoals dat bij praatgrage sportfanaten gaat. Meedoen met dit en meedoen met dat (blessure hier, blessure daar. En dan laat ik voeding en materialen nog buiten beschouwing).  
Ik zit nog niet in de app-groep en google dus op eigen houtje het internet rond.  Een wereld gaat voor me open. Waar heb ik al die tijd gezeten? Outdoorverenigingen en  Internationale trailrunning kalenders vanaf het begin van deze eeuw, ha ha makkelijk praten in 2015, met doorklikmogelijkheden en filmpjes die doen als of het de reinste vakantieaanbiedingen zijn. Imponerende namen als StrongVikings,  Caveman en Mudmasters, en tot slot een galerie afbeeldingen van mud- en trailrunners onder het slik, opspattende modder, kopje onder in de bagger, ploeterend door kniehoog prut of huilend in een hoekje. En altijd een mooie natuur.
Ik herinner me opeens weer hoe ik zo’n 30 jaar geleden, toen nog internationaal PR-mens in de bloembollenbusiness, iet wat besmuikt het tijdschrift voor Ultralopers placht te kopen in de kiosk op Schiphol. Wat zo ongeveer stond voor een bizarre gewoonte en/of onvervulbare wens. Waarom heb ik dat zo lang in mijn onbewuste begraven, om het nu weer op te spitten?
De tijdens zijn duidelijk veranderd; ultralopen is lijkt nu heel toegankelijk. Al vinden de meeste van mijn vrienden het nog steeds belachelijk en lijd ik volgens hen na twee bootcampjes al aan sportverdwazing of is dit mijn midlifecrisis (de zoveelste).
Maar goed 2 maanden trainen later, sta ik aan de start van SaenOutdoor Midwintertrail en ga ik zelf 10 km door de prut en bij herhaling over en onder de stormbanen. Ik kom redelijk fris en ongeschonden over de finish en velen met mij. De schrammen en blauwe plekken tellen we niet. Bikkels als we zijn.
Het afdouchen blijkt nog het meest risicovolle onderdeel als een dame voor mij de trekker naar achter uithaalt en de stok vlak onder mijn oog hardhandig in mijn gezicht port. Nu heb ik toch mijn aandenken (en mijn vrienden hun gelijk) voor op zijn minst een week lang. Spierpijn zakt sneller.
Ondertussen sta ik voor de komende maanden op de deelnemerslijst  voor nog vier trails en obstacleruns. Online inschrijven, gaat sneller dan je beseft. Word ik met mijn 52 jaren nog een echte mudchick of ultraloop veteraan, het zou zo maar kunnen. Als ik afstand houd onder de douche zal ik de zomer wel halen.  Laat die prutrace in Hoogwoud dan maar komen.

Het is nu 4 maanden, 3 trails en 2 obstacleruns later. Het is zo leuk dat ik besluit er over te bloggen en mijn eerste overdenking te plaatsen. Wordt vervolgd dus.